- Weer
- Login
Bij Greensome-wedstrijden zijn er vaak misverstanden over de bijzondere regels voor Greensome. Meestal betreffen die misverstanden het afslaan en het spelen van een provisionele bal. Daarom heeft de Regel- en Handicapcommissie (R&H-cie) bij de NGF gevraagd naar de juiste regels. Die bijzondere regels zijn door de R&H-cie hieronder samengevat.
De wedstrijdvorm Greensome wordt gespeeld volgens de Golfregels (Regel 1 t/m 19) en de bijzondere regel voor Foursome (Regel 22). Bij Greensome wordt echter anders afgeslagen dan bij Foursome.
Bij Greensome slaan beide partners een bal af. Daarna moet één van beide ballen worden gekozen om mee verder te spelen. Dat mag ook een bal zijn die buiten de baan is geslagen of een bal die misschien in de baan niet gevonden zal worden. Vaak wordt gedacht dat beide spelers opnieuw moeten afslaan als beide afgeslagen ballen buiten de baan zijn. Dat is niet juist.
Om misverstanden te voorkomen volgen hier de officiële bijzondere spelregels voor de spelvorm Greensome.
Het principe is: Na het afslaan MOET één van beide afgeslagen ballen worden gekozen. Dat mag ook een bal zijn die buiten de baan is geslagen. In dat geval moet een nieuwe bal in het spel worden gebracht, uiteraard met één strafslag. Die nieuwe bal moet worden afgeslagen door de partner van de speler die de bal buiten de baan sloeg. En op de plaats waar die speler had afgeslagen.
Voorbeeld: Een team van een heer (slaat af op de gele tee) en een dame (slaat af op de rode tee) slaan beiden hun bal buiten de baan. Als de heer de nieuwe bal in het spel brengt moet hij dat doen vanaf de rode tee. En als de dame de nieuwe bal in het spel brengt moet zij dat doen vanaf de gele tee.
Andere regels:
De Zweedse wedstrijd is een qualifying wedstrijd die als een Stablefordwedstrijd wordt vastgelegd. Bij de Zweedse wedstrijd worden eerst 9 holes Strokeplay gespeeld, gevolgd door 9 holes Stableford. Bij een shotgunstart wordt als eerste de linkerzijde van de scorekaart volgemaakt met Strokeplayscores (tegelijkertijd kan de Stablefordscore op de kaart vermeld worden). Vervolgens wordt de rechterzijde van de scorekaart gespeeld als Stableford.
Na de wedstrijd wordt het aantal brutostrokes van de eerste 9 holes verminderd met de helft van de playing handicap (bij een oneven aantal slagen wordt de helft afgerond naar boven). Dit getal wordt verminderd met de Stablefordscore over de 2e 9 holes. De winnaar wordt bepaald door het kleinste verschil tussen de netto Strokeplayscore en de Stablefordscore.
De OP=OP wedstrijd is volledig Strokeplay. Je krijgt een aantal slagen mee dat bepaald wordt door de optelsom van de par van de baan (60 dus) plus het aantal slagen van je playing handicap. Bij elke hole gaan de gespeelde slagen van dit totaal af totdat je voorraad slagen op is. De winnaar is degene die de meeste holes heeft kunnen spelen met eventueel nog saldo over.